Hoe gaat verschillende software om met fouten in 3D-data? In een experiment uitgevoerd door OGC, SIG3D (Duitsland) en EuroSDR is deze vraag onder de loep genomen. De uitkomsten van het experiment worden gebruikt om de CityGML standaard te verfijnen.
Hugo Ledoux, 3D GeoInformatie-TU Delft heeft het werkpakket rond 3D geometrie-validatie getrokken. Hij heeft daarvoor vijftig unit tests gemaakt met fouten in de 3D-data, zoals net-niet platte vlakken, dangling surfaces en niet-gesloten volumes (zie Github).
Deze unit tests zijn gevalideerd met verschillende software. Daarbij is duidelijk zichtbaar dat software niet uniform omgaat met de kwaliteit van 3D data. Op basis van de uitkomsten van het experiment zijn voorstellen gedaan voor uniforme fouten-detectie en codering. Een andere aanbeveling is om de flexibiliteit die CityGML biedt te formaliseren, zoals het modelleren van een gebouw als volume-geometrie (solid) of als losse verzameling vlakken (multisurface). Dat kan in de standaard zelf of door specifieke profielen te definiëren. Een derde aanbeveling is om te werken met toleranties bij het vaststellen van hoe plat een vlak is en of een volume gesloten is. In de praktijk blijkt dat bij bijvoorbeeld een kubus de coördinaten van hoekpunten drie keer worden opgeslagen, terwijl deze zich door afronding vaak net niet op exact dezelfde locatie bevinden.
Het gehele rapport is te vinden op de website van OGC