Een van de actielijnen in beleidsvisie Zicht op Nederland van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is het programma Digitale Tweelingen. De ambitie is de nationale geo-informatie infrastructuur zodanig in te richten dat je niet alleen elkaars data, maar ook rekenmodellen en visualisaties kunt gebruiken. En dit niet alleen als mens, maar ook als computer. Geonovum werkt dit uit in het project ‘digital twin as a service’. De resultaten van dit project landen ook in het Dutch Metropolitan Innovations programma van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Geonovum projectmanager Koos Boersma vertelt meer over de doelen en resultaten.
Wat is een digital twin voor jou?
“Een digital twin helpt je om te zien wat er is en wat er kan op een plek”, vertelt Koos Boersma. “Je kunt bijvoorbeeld een flat in een woonwijk projecteren en direct de effecten hiervan op de omgeving berekenen. Je kunt zien wat de impact is op schaduwvorming en zelfs berekenen wat dit zou betekenen voor de warmte ontwikkeling in de stad. Dat helpt ontzettend in de bewustwording van de impact van ruimtelijke ingrepen”.
Waar werk je nu aan?
“Aan Geonovum is gevraagd om een structuur neer te zetten die gemeenten, provincies en andere overheidsorganisaties helpt om digitale tweelingen gemakkelijk en goed te gebruiken; een digital twin as a service”, vertelt Boersma. “We vullen dat enerzijds in met een stuk kennis- en organisatie ontwikkeling. Anderzijds met de ontwikkeling en implementatie van een referentie architectuur met standaarden en afspraken. Het doel is dat je in een digitale tweeling verschillende vraagstukken kunt combineren. Sterker nog: dat de ene digital twin zelfs verder kan gaan op de uitkomsten van de andere digital twin. Hiermee is een resultaat van een digital twin dus een databron. Dit is mogelijk te maken met standaarden en een basis van interoperabiliteits arrangementen. Dat is een technisch vraagstuk, maar ook een samenwerkingsvraagstuk met leveranciers.”
“Een andere vraag die we oppakken is hoe je een digitale tweeling effectief inzet en gebruikt binnen je organisatie. In de fieldlabs in Almere/Dronten en Flevoland ontwikkelen en beproeven we een methode waarmee je de inzet van een digitale tweeling kunt borgen en verankeren in je organisatie. Deze methode werken we nu om naar een leergang zodat veel meer mensen hiermee aan de slag kunnen”.
Wat is er nu klaar?
”We hebben een referentie architectuur opgesteld die we nu in de praktijk beproeven. We hebben een testbed opgezet waarin we samen met leveranciers de werkingsprincipes gaan toetsen in een prototype. De eerste uitdaging is het aantonen van de herhaalbaarheid van vraagstukken binnen verschillende technische oplossingen. Kunnen we verschillende vraagstukken met meerdere digital twins generiek aanpakken? Kunnen we resultaten onderling uitwisselen? Wat is er nodig om dit praktisch toepasbaar en bruikbaar te maken? Niet alleen technisch, maar ook inhoudelijk en organisatorisch."
"Begin november gaan we het concept in ruwe vorm demonstreren op een grote Europese bijeenkomst over digitale tweelingen. De dag erna staan we ermee op de Open Geodag in Amersfoort.” De vervolgstap is dit mooie resultaat delen en uitleggen aan iedereen die het wil horen. En we zullen ook nog vragen hebben. Deze worden in volgende testbed’s opgepakt."
“Wij doen in dit project veel met de nieuwe OGC API standaarden. Afgelopen jaar hebben we daar verkenningen op uitgevoerd en we hebben een handreiking voor OGC 3D Tiles geschreven. Op de Open Geodag op 7 november zijn er verschillende workshops te volgen over deze standaarden en op de website van Geonovum vind je nu al de opgeleverde handreikingen en onderzoeksrapporten. Ondertussen bereiden we de volgende onderzoeken al weer voor. Het werken met sensordata is bijvoorbeeld een onderwerp waar we begin volgend jaar mee aan de slag gaan.”
Wat zie jij nog als uitdagingen in het werken met digitale tweelingen?
“Wanneer je een digitale tweeling inzet in besluitvormingsprocessen, moet je die besluiten kunnen verantwoorden. Stel dat je in een digitale tweeling belangen kunt afwegen in de vorm van een mengpaneel waarbij je zegt ‘iets meer van dit en iets minder van dat’ en daarop een besluit neemt. Hoe maak je dat proces goed reproduceerbaar? Hoe leg je dit vast bij besluitvorming? Daar zie ik nog wel uitdagingen liggen.
Een andere, meer praktische uitdaging is: hoe richt je een organisatie zo in dat een digitale tweeling niet eenmalig maar structureel kan worden benut. Een digitale tweeling heeft onderhoud nodig en dat vraagt tijd, geld en capaciteit. Anders gooi je het kind met het badwater weg.”
Wat is de impact van digital twin as a service op het werk van leveranciers?
“Elke leverancier heeft zijn eigen expertise, zijn eigen kracht. Vanuit dat perspectief is het interessant om ook elkaars gegevens en tooling te kunnen (her)gebruiken. Uiteindelijk is het doel dat verschillende leveranciers – ondanks dat ze verschillende oplossingen hebben – wel gegevens met elkaar kunnen uitwisselen ten behoeve van de gebruikers. Technisch gezien heeft wat wij nu doen wel impact op leveranciers. Inhoudelijk verwacht ik dat leveranciers - als er basisafspraken voor digitale tweelingen liggen - juist nog betere producten kunnen maken. We zien daar in het maken van het prototype al erg positieve reacties op terugkomen.”