Begin dit jaar heeft het kabinet via het Nationaal Groeifonds geïnvesteerd in het initiatief Dutch Metropolitan Innovations (DMI). Met dit initiatief wil het ministerie van IenM instrumenten en werkwijzes ontwikkelen waarmee je de vraagstukken woningbouw, bereikbaarheid en duurzaamheid op een integrale manier kunt aanpakken.
In het Dutch Metropolitan Innovations initiatief werken bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden samen aan oplossingen. Eén van die oplossingsrichtingen is het inzetten van digital twins: een digitale kopie van de werkelijkheid waarin je verschillende scenario's kunt doorrekenen èn laten zien. Provincie Flevoland en gemeenten Almere en Dronten verkennen de mogelijkheden van digital twins in de praktijk. Geonovum is hier bij betrokken met het doel kennis te ontwikkelen, delen en vooral ook afspraken te ontwikkelen die er voor moeten zorgen dat het instrument digital twins betrouwbaar en algemeen inzetbaar is.
Flevoland: 100.000 nieuwe woningen
In Flevoland moeten 100.000 nieuwe woningen komen. Wat betekent dat voor de fysieke leefomgeving in die provincie? ‘Wij begeleiden dit project zodat er standaarden kunnen worden afgesproken en ontwikkeld,’ legt programmamanager Koos Boersma uit. ‘Wij adviseren de gemeenten en de provincie bij vragen als: Hoe zet je een use case op voor digital twins? En hoe zorgen we ervoor dat gegevens en instrumenten uitwisselbaar zijn?'
Kennis delen
‘Een voorbeeld: als twee gemeenten elk een Digital Twin laten maken door een andere leverancier, hoe laten we die twee Digital Twins dan met elkaar praten? Het is belangrijk om die samenhang in het oog te houden. We moeten voorkomen dat ieder voor zich iets gaat ontwikkelen. Liever maak je het mogelijk dat je op elkaars ontwikkelingen kunt voortborduren. Daarom is kennisdeling zo belangrijk. We proberen daarvoor nu een community op te zetten. Zodat de kennis kan rondgaan.’
Nationaal stelsel van Digitale Tweelingen
‘Dit verhaal zijn we nu steeds breder aan het delen. En we zien dat er steeds meer gemeenten willen aanhaken. Dat is mooi, want uiteindelijk willen we uitkomen op een nationaal stelsel van Digitale Tweelingen. Dat is een ideaal dat breder is dan de DMI. Want daarmee kun je ook vraagstukken gaan bekijken, die niet alleen op het terrein van stadsontwikkeling en mobiliteit liggen. En ook hier staat samenwerken en samenhang van standaarden weer voorop. Een mooi project dus om bij betrokken te zijn!’