In mei 2017 presenteerde Geonovum haar whitepaper Geo-standaarden. Er moest meer focus komen op het gebruik van de standaarden, zo luidde de voornaamste conclusie. Nu, anderhalf jaar later, presenteert de organisatie SDI.Next. “SDI.Next is de uitwerking van de inzichten die we toen hebben verzameld”, vertelt Friso Penninga, trekker van het basisprogramma Standaardisatie & Innovatie bij Geonovum. “De focus in onze huidige infrastructuur ligt nog erg op het aanbieden van data. In de volgende fase willen we er vooral voor zorgen dat de data en de ontsluitingsvormen veel beter bruikbaar worden. Niet alleen voor de geo-specialist, zoals nu het geval is, maar ook voor ontwikkelaars en andere gebruikers die geen specifieke kennis hebben van geo-informatie. SDI.Next moet ons daarbij helpen. Met SDI.Next hebben we het over een visie en een implementatietraject, maar ook over het einddoel: een data-infrastructuur waarop iedereen kan bouwen, letterlijk en figuurlijk.”
Waarom is het zo belangrijk om een breder gebruik van geo-data na te streven?
“Als je enkel kijkt naar ons geo-vakgebied, dan zou je kunnen zeggen dat de huidige SDI al een succes is. Kijk maar eens naar het massale gebruik van PDOK, dat is geweldig. Maar stel je eens voor als we ook buiten onze traditionele geo-wereld zo’n gebruik kunnen realiseren. Dan gaat het gebruik niet verdubbelen, maar misschien wel meerdere keren verdubbelen. Dan kunnen we met recht gaan spreken van een maatschappelijke impact. En dat is natuurlijk de ultieme rechtvaardiging van al onze inspanningen en investeringen.”
Maar die geo-data zijn nu toch ook al openlijk beschikbaar voor iedereen?
“Ja, dat klopt. Vanuit onze gespecialiseerde geo-wereld dachten we altijd, als we maar goed uitleggen hoe onze data en standaarden werken, dan komt het gebruik vanzelf. Maar in de hedendaagse realiteit moeten we herkennen en erkennen dat doelgroepen buiten ons eigen vakgebied niet op die complexiteit zitten te wachten. Mensen zijn niet bereid handleidingen of documentatie te lezen voordat ze met een dataset aan de slag gaan. Veel ontwikkelaars gebruiken Google Maps, en dat is niet omdat ze niet weten dat de basisregistraties veel betere data aanbieden, maar omdat het gewoon gemakkelijker is. Een ontwikkelaar wil meteen zien of zijn idee werkt, voordat hij er meer energie in steekt. We moeten dus niet alleen weten wie die andere gebruikers zijn, maar vooral ook wat ze doen.”
Wat gaan jullie anders doen dan jullie tot nu toe hebben gedaan?
“Natuurlijk zeggen we al langere tijd dat de gebruiker centraal moet staan. Maar gevoelsmatig zeg ik nu: het gebruik moet centraal staan. Vroeger waren we misschien al tevreden als we wisten wie de gebruikers waren. Maar nu willen we verder gaan, want zo’n gebruiker is nog niet het eindstation. Nu willen we ook begrijpen wat die gebruiker allemaal doet en wat hij daarbij nodig heeft. Welke stappen zet een ontwikkelaar die iets met ruimtelijke plannen wil doen en een app wil ontwikkelen? Wat vindt zo iemand normaal? En elke stap in die app vraagt weer om een andere techniek, om een andere standaard.
We moeten proberen om steeds beter te begrijpen hoe die ‘andere’ gebruikers denken. Hoe redeneren zij, en wat vraagt dat dan van onze SDI? Wat moeten wij kunnen, en hoe moeten wij het aanbieden, zodat die mensen het kunnen gebruiken? Soms zal het antwoord zitten in het aanbieden van meerdere standaarden, soms zit het antwoord in het aanbieden van meerdere formaten. Soms is het aanbieden van best practices van andere gebruiker effectief. En soms zal het antwoord ook zitten in het durven loslaten van standaarden.”
Loslaten?
“Ja, er zijn genoeg voorbeelden waarbij een standaard onnodige drempels opwerpt. Neem het voorbeeld van een regel in een Omgevingsplan die in heel Nederland geldt. De juridische begrenzing (de Nederlandse grens) is officieel een polygoon van duizenden, misschien wel tienduizenden punten. Nu wil iemand in een webviewer het werkingsbied van die regel zien. Maar als diegene gebruik maakt van een viewer op zijn smartphone, dan is een globale schets van die grens natuurlijk meer dan genoeg. Je hoeft dan helemaal niet de officiële geometrie in een voor validatie geschikt formaat te leveren; je wilt dan juist een gegeneraliseerde versie die snel te visualiseren is. Terwijl iemand die de grens wil analyseren en verder wil inzoomen voor juridische doeleinden, natuurlijk wel de gevalideerde en gestandaardiseerde data nodig heeft. Tot nu toe zijn wij altijd geneigd geweest één officiële variant van de informatie aan te bieden, de zware variant dus. Maar als we willen dat ontwikkelaars en andere gebruikers ook onze data gaan gebruiken, dan moet die drempel omlaag. En dat kan betekenen dat we onze data ook in andere, lichtere formaten en smaken moeten aanbieden.”
Dus de eindgebruikers gaan meebepalen hoe geo-data worden aangeboden?
“Ik denk inderdaad dat we met SDI.Next, meer dan ooit tevoren, ons zullen richten op de kanteling van aanbodgericht naar gebruikersgericht. We moeten van buiten naar binnen redeneren. We willen de community buiten ons eigen vakgebied beter leren kennen, snappen hoe zij werken en we willen hen betrekken bij ontwikkelingen. Dat werd al steeds belangrijker, nu wordt het onmisbaar. We zullen dus nog meer energie steken in de ontmoeting. En we zullen nog meer proberen aan te sluiten bij de praktijk van de gebruikers. Vanuit PDOK hebben we deze beweging overigens ook al ingezet met het Geoforum waar openlijk met een brede gebruikersgroep besproken wordt wat er beter kan en moet.”
Hoe belangrijk is SDI.Next voor Geonovum zelf?
“Wat mij betreft heel belangrijk. SDI.Next zie ik als de samenhang van alles wat we doen. Het is een soort paraplu boven al onze activiteiten en het moet ons ook helpen beter uit te leggen wat we doen en de gezamenlijke focus aan te brengen. Of we nu werken aan Linked data, Geo-informatie voor het web of aan API’s, we hebben allemaal onze eigen doelen. SDI.Next is echter het doel op het niveau daarboven. We werken allemaal aan die SDI die beter bruikbaar moet worden voor een veel bredere groep gebruikers. Concreet zullen we in onze volgende uitvoeringsplannen ook moeten definiëren op welke manier projecten en activiteiten bijdragen aan SDI.Next. Daarmee wordt SDI.Next ook de verbinding tussen de soms erg technische doelen van onze deelprojecten, en de beleidsdoelen. De brug tussen inhoud, beleid en techniek.”
- interview door Rob Burkhard, redacteur
het volledige interview verschijnt in Geo-Info nummer 6 (deze verschijnt 19 december 2018)
Meld je aan voor het SDI.Next/Geo Gebruikersfestival event op 31 oktober
Meer informatie
Op 31 oktober 2018 wordt er parallel aan het jaarlijkse Geo-gebruikersfestival het SDI.Next event georganiseerd. Dit evenement markeert de aftrap van SDI.Next.