In oktober 2012 is het eerste topsector project, waarbij de sectie GIS-technologie is betrokken, gestart. Het project loopt 3 jaar en de partners zijn Alliander, TNO, Geonovum en Geodan. De naam van dit topsector energieproject is CERISE-SG (Combineren van Energie- en Ruimtelijke Informatie Standaarden als Enabler – Smart Grids).
Het doel van CERISE-SG is het realiseren van een efficiënte informatie-uitwisseling tussen de informatiemodellen van drie domeinen: de energiesector, de e-overheid en de geo-wereld. Dit omdat de goede werking van ‘smart grid’ energienetten voor een groot deel afhankelijk is van informatie-uitwisseling. Verschillende use cases worden in het project geïnventariseerd en de meest veelbelovende zullen verder uitgewerkt worden.
Vooralsnog wordt gedacht aan:
1. Local control centre (ruimtelijke optimalisatie van het grid management),
2. Geo-referentie en ondergrond (gebruik van basiskaarten zoals door overheid beschikbaar gesteld via PDOK (Publieke Dienstverlening op de Kaart) en
3. Crisismanagement (informatie-uitwisseling met Regionale Crisis Management Systemen).
De benodigde informatie-uitwisseling kan worden bereikt door de koppelvlakken tussen systemen in de drie domeinen te definiëren en afspraken te maken over welke gegevens en hun betekenis hiervoor noodzakelijk zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke verplicht voor de uitwisseling van bepaalde gegevens omdat deze gegevens deel uitmaken van het Stelsel van Basisregistraties of andere wettelijke registraties zoals de ruimtelijke ordening of de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION).
De beoogde interoperabiliteit wordt zo gerealiseerd op twee niveaus: op technisch (syntactisch) vlak (web services, uitwisselingsformaten, protocollen) en op het vlak van informatie-inhoud (semantiek, informatiemodellen). Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij internationale, regionale, en nationale standaarden. Indien noodzakelijk worden er wijzigingsvoorstellen geformuleerd op deze standaarden.
Het project draagt met deze activiteiten bij aan het creëren van een speelveld waarin helder gedefinieerde koppelvlakken beschikbaar zijn. Deze koppelvlakken maken het mogelijk om eenvoudiger en sneller nieuwe toepassingen te implementeren, wat zorgt voor een kostenverlaging. Daarnaast creëert het project (internationale) marktkansen voor het Nederlandse bedrijfsleven door de bevindingen van het project in te brengen in Europese en internationale standaardisatie initiatieven waardoor het voor Nederlandse bedrijven eenvoudiger wordt om toepassingen gebaseerd op standaarden breed in de markt te zetten.