In 2021 treedt de Omgevingswet in werking. Geonovum werkt aan standaarden die een rol spelen bij het digitaal maken, bekijken en raadplegen van het Omgevingsplan. Achter de standaarden zit veel denkwerk en kennis vanuit het werkveld, maar in de praktijk kom je er pas ècht achter wat wel werkt en wat niet. Daarom organiseert de VNG deze zomer samen met Geonovum vier praktijkproefdagen.
Negen gemeenten en één omgevingsdienst hebben zich voor deze eerste serie praktijkproeven aangemeld. Zij buigen zich over het Toepassingprofiel voor Omgevingsdocumenten en kijken waar je tegenaan loopt als je een omgevingsplan maakt.
De standaard passend als een jas?
Een opmerking die op de tweede praktijkdag naar voren kwam, legde precies de reden van de praktijkproeven bloot. Met in het achterhoofd de softwareleveranciers die voor de gemeenten aan de slag willen, vroeg een gemeente zich over het toepassingsprofiel af: 'is het jasje niet te ruim?'. Een andere gemeente reageerde direct met de opmerking: 'Moet het jasje niet juist heel ruim zijn?, zodat iedere gemeente voldoende ruimte heeft voor haar eigen aanpak'. Andere onderwerpen die in de praktijkproeven aan bod komen, zijn het nut van functiegroepen en of een vaste inhoudsopgave handig is.
Kijken door meerdere brillen
Hoewel de perspectieven, ervaringen en invalshoeken van de deelnemers aan de praktijkdagen verschillend zijn en soms zelfs lijken te schuren, is er een duidelijke wil om stappen te zetten om meer inzicht te krijgen en oplossingen te vinden. Een duidelijk gemeenschappelijk uitgangspunt is gebruikersvriendelijkheid voor de initiatiefnemer. Maar hoe je dat precies definieert, uitwerkt of invult, is niet voor alle deelnemers een gelopen race.
Naast de initiatiefnemer nemen de deelnemers ook andere perspectieven mee in de praktijkproeven. Bijvoorbeeld die van de beleidsverantwoordelijke, de planmaker, de vergunningverlener, toezicht en handhaving, andere bevoegde gezagen, het bestuursorgaan en zelfs de buurman van de initiatiefnemer.
Toelichting en voorbeelden
Over een aantal onderdelen bleek tijdens de praktijkdagen behoefte aan meer toelichting of voorbeelden. Zo heeft Frank Robijn de aanwezigen op de tweede praktijkproefdag bijgepraat over het onderwerp ‘muteren en consolideren’. En heeft Nienke Jansen samen met de gemeente Amsterdam een voorbeeldplan uitgewerkt met de pseudo-annotaties. Verschillende gemeenten gaven daarna aan om diezelfde oefening ook voor hun eigen plan te gaan doen. Op de derde praktijkdag bekijken de gemeenten dan samen met Nienke en Gerard waar zij tegenaan zijn gelopen en welke oplossingen zij hebben bedacht. Met deze nieuwe kennis en inzichten werken we vervolgens huiswerkvragen voor de laatste praktijkdag uit. Doel is om de vier praktijkdagen met een tastbaar resultaat af te sluiten.
De positieve ervaringen van de eerste praktijkdagen geven al een mooi inzicht in verdere wensen en noodzakelijkheden voor de standaarden. Wij kijken uit naar de volgende sessie voor nog meer input vanuit de praktijk!