De TOMP-API is er voor het slim en efficiënt delen van mobiliteitsdata tussen Mobility-as-a-Service-platforms en vervoersaanbieders. Dankzij een unieke publiek-private samenwerking reikt het succes van deze API inmiddels ook ver over de landsgrenzen. Onlangs is deze API genomineerd voor de Gouden API Award. Op 11 december wordt de winnaar van de prijs bekend gemaakt tijdens de IBDS Stelseldag. Het is nog tot 30 november mogelijk om API's voor deze award te nomineren.
De druk op het Nederlandse wegennet en het openbaar vervoer neemt toe. We kampen met lange dagelijkse files en vertragingen in het OV zijn aan de orde van de dag. Deze uitdagingen gaan niet snel verdwijnen. Dit vraagt dus om een nieuwe benadering van reizen. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ziet in Mobility-as-a-Service (MaaS)-platforms een goede oplossing. MaaS-platforms bieden reizigers de mogelijkheid om met verschillende vervoersmiddelen snel, efficiënt, duurzaam en betaalbaar naar hun eindbestemming te komen. Maar dit vraagt een naadloze samenwerking tussen de aanbieders van vervoer en MaaS-partijen. De TOMP-API is daarop het antwoord geworden. Bon Bakermans van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Ayse Öcal van het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) zijn hier nauw bij betrokken.
Mobiliteit als dienstverlening
De opkomst van Mobility-as-a-Service-platforms verandert de manier waarop we reizen en past helemaal in de Nederlandse mobiliteitsstrategie. Bon Bakermans zegt hierover: “Het aanbod van vervoersmiddelen is enorm gegroeid. Naast de bus en trein heb je nu OV-fietsen, belbussen en deelmobiliteit, zoals deelauto's en -scooters. Er komen misschien zelfs innovaties aan zoals vliegende taxidrones en zelfrijdende shuttles. Waar je vroeger beperkte keuzes had, krijg je nu dus een breed palet aan reisopties. Ons streven is om deze opties helder en eenvoudig toegankelijk te maken voor de reiziger. Dat is het concept van MaaS: een platform of app die verschillende vervoersopties presenteert, je helpt de beste reisoptie te kiezen op basis van je bestemming en actuele omstandigheden en die je direct kan boeken en betalen.”
MaaS-programma
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat startte al in 2018 met een MaaS-programma om dit in Nederland goed van de grond te krijgen. Bakermans: “Het vervoer is niet centraal geregeld en omvat veel verschillende stakeholders, zoals spoorweg- en busmaatschappijen, taxibedrijven en andere deelvervoerspartijen. Elke partij heeft zijn eigen soort diensten, wat integratie bijzonder lastig maakt.” Het ministerie ging dus met al deze partijen om tafel om uit te zoeken wat er nodig was. Het doel was om een centraal platform te creëren dat alle vervoersopties presenteert en de mogelijkheid biedt om deze als één reis te boeken en te betalen.
Succesfactor is gestandaardiseerde datadeling
De grootste behoefte van de markt bleek te liggen bij het gestandaardiseerd kunnen delen van mobiliteitsdata. Zonder deze standaardisatie zou het een stuk lastiger worden om van MaaS een succes te maken. Daarop zijn de verschillende belanghebbenden gezamenlijk als werkgroep aan de slag gegaan om een standaard te ontwikkelen, waarbij het ministerie een faciliterende rol heeft ingenomen. Het resultaat van deze unieke samenwerking is de Transport Operator Mobility-as-a-service Provider (TOMP)-API geworden. Deze API onderscheidt zich van andere mobiliteits-API’s dat deze niet alleen alle reisopties beschikbaar maakt, maar het ook mogelijk maakt om elk deelstukje van het vervoer te boeken en te betalen, tot aan het bedienen van het slot van je deelfiets aan toe.
Unieke publiek-private samenwerking
Deze publiek-private samenwerking is om meerdere reden uniek te noemen. Öcal: “De verschillende belanghebbenden werken op vrijwillige basis als werkgroep aan de TOMP-API en er is ook geen structurele financiering. Het grote succes zit in het feit dat vervoersconcurrenten vrijwillig samenwerken om de mobiliteit in Nederland, en daarbuiten, naar een hoger plan te brengen. Hierdoor is de adoptie van deze standaard in de mobiliteitsmarkt ook heel goed verlopen en wordt deze API steeds vaker geïntegreerd in allerlei mobiliteitstoepassingen, zoals apps of mobiliteitsdiensten.”
Voorbeelden van de integratie van de TOMP-API zijn B2B-platforms die vervoerders en MaaS-platforms koppelen, zoals riVier. En natuurlijk de MaaS-apps zelf, zoals Glimble en Gayio. Daarnaast zijn ook veel taxibedrijven via de TOMP-API ontsloten. Ook de bedrijven gericht op deelmobiliteit sluiten masaal aan, zoals deelfietsleveranciers Urbee en Baqme en deelscooterbedrijven Check en Felyx. Dus hoewel MaaS nog echt een opkomende markt is, staat de toegevoegde waarde als een paal boven water. Hoe meer verschillende partijen deelnemen, des te efficiënter een mobiliteitssysteem kan worden gerealiseerd dat gericht is op deelmobiliteit.
Beheer bij NTM, werkgroep blijft eigenaar
Toen het einde van het MaaS-programma in zicht kwam, is het ministerie op zoek gegaan naar een plek waar de TOMP-API beheerd en verder ontwikkeld kon worden. Het Nationaal Toegangspunt Mobiliteitsdata (NTM) was hiervoor de plek bij uitstek. Het ministerie heeft inmiddels het volledige beheer van de API overgedragen aan het NTM. “Maar ook hier hebben wij als NTM een faciliterende rol”, vertelt Öcal. “Het echte werk aan de API wordt nog steeds gedaan door de werkgroep en zij blijven ook eigenaar van de TOMP-API.”
Open standaard voor een open markt
Om monopolieposities bij MaaS-platformen te voorkomen, is voor een open standaard gekozen. “Door te zorgen dat al de vervoerders op eenzelfde manier mobiliteitsdata ontsluiten, is het voor nieuwe MaaS-partijen en vervoerders veel gemakkelijker om de markt te betreden. Daarmee willen we monopolieposities voorkomen, zoals je dit bijvoorbeeld ziet bij platformdiensten zoals Thuisbezorgt.nl of Booking.com”, zegt Bakermans. “Restaurants en hotels kunnen niet meer om deze platformdiensten heen voor de promotie van hun eigen diensten. Hierdoor is de commissie die deze platforms kunnen vragen flink gestegen. Wij willen juist dat mobiliteit betaalbaar blijft en een open standaard zorgt voor een goede marktwerking.”
Kennisplatform API’s
Het Kennisplatform API's is erg belangrijk geweest bij de ontwikkeling van de TOMP-API. Bakermans: “We hebben erg veel gehad aan de documentatie van het Kennisplatform API's. Hierin werd heel duidelijk uitgelegdhoe we het beste een open source API konden opzetten. Daarnaast hebben we ook veel gehad aan de kennisuitwisselingssessies met Geonovum. Deze partij heeft al zoveel ervaring op het gebied van geo-informatie, waardoor er voor ons veel te leren was voor het mobiliteitsdomein.”
Niet te complex maken
Om alle vervoersopties van de verschillende vervoerders in een API te verwerken is best een hele opgave. Hier ligt meteen ook de uitdaging om de API niet te complex te maken, waardoor je potentiële gebruikers afschrikt. Bakermans: “Een mooi voorbeeld zijn de integratie van de sloten van deelfietsen in de API. Er is voor deze fietssloten nog geen standaard en dus betekent dit dat de API op dit moment meerdere soorten fietssloten moet kunnen faciliteren. Het is dus een constant balanceren tussen wat nodig is en wat de API nodeloos complex maakt. Daarom zijn we zo blij dat de werkgroep zelf deze API ontwikkelt, want zij weten het beste wat nodig is.”
Over de landsgrenzen
Doordat er al een standaard ligt die bijzonder goed is gedocumenteerd, is het voor nieuwe partijen heel interessant om ook met de TOMP-API te gaan werken. Dit trekt ook buitenlandse mobiliteitsaanbieders aan. Vanaf het eerste moment zijn er al partijen uit Australië aangesloten en zijn er ook implementaties in Amerika gaande. Recente voorbeelden van buitenlandse implementaties zijn de Deutsche Bahn en Donkey Republic, de grootste deelfietspartij in Europa. Öcal: “Maar Entur, de grootste reisplanner in Noorwegen, is ook een mooi voorbeeld. Zij zijn met hun reisapp een soort van NS van Noorwegen en nu bezig met een grote TOMP-implementatie. Ook in Zuid-Afrika en Kenia zijn inmiddels contacten gelegd ter voorbereiding van een TOMP-implementatie.”
Dat ook buitenlandse mobiliteitsaanbieders de TOMP-API implementeren, mag gezien worden als een groot compliment voor de hele werkgroep die aan deze standaard heeft gewerkt. Het laat des te meer zien hoe krachtig een dergelijke publiek-private samenwerking eigenlijk is voor de ontwikkeling van onze digitale samenleving.