foto: GGTV
Florian Witsenburg werkt bij Tygron. Tygron heeft zich gespecialiseerd in het bieden van rekenkracht voor het uitvoeren van ruimtelijke simulaties. Wij spraken Florian over het gebruik van rekenmodellen en digitale tweelingen.
Florian is van huis uit hydroloog. Hij heeft jaren bij grote consultants gewerkt. “Een consultant,” vertelt Florian “verzamelt data, stopt die data in een rekenmodel en schrijft daar vervolgens een rapport over. Hydrologen doen dat, verkeerskundigen, geluidsexperts, fijnstofexperts, klimaatexperts… Voor een gebiedsinrichting heb je al snel veel verschillende vakspecifieke rapporten te beoordelen. En dan moet je nog bedenken hoe dit er in samenhang uit zou zien. Al met al gaat daar veel tijd en geld in zitten.”
Dat kan anders?
“Ik heb zelf veel SIM City gespeeld. In dat spel heb je één wereld waar meerdere rekenmodellen onder zitten. Het spel rekent continu de impact door van jouw activiteiten en laat die dan ook direct zien. SIM City is natuurlijk bedoeld als entertainment. Maar dat principe kan je vertalen om er professionele toepassingen mee te maken.”
“De rekenmodellen waar experts mee werken, zijn goed omschreven. Voor sommige domeinen is zelfs in de wet vastgelegd hoe je moet rekenen. En tegenwoordig is er zoveel data digitaal beschikbaar. Vijf keer per dag vliegt er een satelliet over, je vindt basisregistraties bij PDOK. Als je kijkt naar het werkproces van de ingenieur: data verzamelen, rekenmodel toepassen, rapport opstellen, dat zijn processen die je ook kunt digitaliseren. Je laat de computer data verzamelen, met een supercomputer kan je alle data doorrekenen en in plaats van het opleveren van al die monodisciplinaire rapporten, maak je er één wereld van waar al die rekenmodellen onder hangen. Dat is wat we bij Tygron maken. We maken een machine die gruwelijk veel data kan verwerken en analyseren. Daar hangt een supercomputer achter die heel hard kan rekenen.”
Figuur 1 - Een geluidsberekening in beeld gebracht
Hoe weet de computer welke data hij kan gebruiken?
“Dat kan hij bepalen dankzij open standaarden zoals DCAT en de OGC API standaarden. Vanuit Tygron hebben wij dit najaar meegedaan aan een testbed van Geonovum waarin hiermee de proef op de som is genomen. De uitdaging daarin was om vanuit een willekeurige digitale tweeling de vraag te kunnen beantwoorden: ‘waar houd ik mijn voeten droog bij een hoosbui’.” Om daar het antwoord op te geven moest een rekenmodule automatisch relevante data bij elkaar kunnen zoeken. Vervolgens moest de rekenmodule aan de slag met die input. Tot slot moesten de resultaten uit dat rekenmodel weer verbeeld kunnen worden in een digitale tweeling. “De natuurlijke neiging in innovatieprojecten is vaak om nieuwe instrumenten te verzinnen en ontwikkelen. Dat was hier niet aan de orde. Voor dit testbed zijn juist al bestaande tooling en standaarden bij elkaar gebracht. Die werken al èn liggen binnen handbereik.”
Wat zie jij als groot voordeel van een digitale tweeling?
“Door al die data samen te brengen in één omgeving, kan je een veel beter gesprek met elkaar voeren. Als het gaat over het inzetten van digitale tweelingen, gaat het vaak over participatietrajecten met burgers. Maar de waarde van een digitale tweeling begint al veel eerder in het proces. Het inzichtelijk maken van wat er speelt in een omgeving en de impact van een ingreep laten zien, helpt net zo goed bij gesprekken tussen experts onderling. En ook bij gesprekken tussen verschillende afdelingen van een gemeente of die tussen een gemeente en een waterschap.”
Wat zie jij als belangrijke aandachtspunten?
“Wat ik hoop, is dat kennisinstituten opstaan die rekenmodules actief beheren en aanbieden. Ik vind het een fenomenale gedachte dat je – net zoals je PDOK hebt voor de basisregistraties, ook een gevalideerde basis kan hebben voor rekenmodellen. Wat ik wel spannend vind, is of Europese organisaties in dit gat gaan springen of dat Aziatische en Amerikaanse bedrijven dit veld gaan domineren. Daar maak ik me wel zorgen over. Kunnen we als Europa mee in dit speelveld?.”
“Wat ik de grote uitdaging vind aan het concept van ‘Digital Twin as a Service’ waaraan Geonovum werkt binnen DMI, is dat je allemaal rekenmodellen moet gaan integreren. Je wilt uiteindelijk analyses en simulaties op het gebied van waterbeheer, stedelijke ontwikkeling, duurzaamheid en infrastructuur niet allemaal afzonderlijk uitvoeren, maar met inzicht in hun onderlinge samenhang! Dat vraagt zowel om geavanceerde gegevensuitwisseling en -beheer als -opslag. En om krachtige analyses en informatiediensten die zowel schaalbaar als snel zijn. Een centrale vraag daarbij is: hoe kunnen we grote hoeveelheden data efficiënt verwerken? Hoe brengen we groei in rekenkracht en dataverwerking, zoals we die zien bij ChatGPT, over naar GIS?. Dat aspect mag van mij best op de DMI agenda worden bijgeschreven.”
