Op donderdag 17 maart worden de eerste resultaten bekend gemaakt van het testbed ‘geo voor het web’. Spotzi is een van de deelnemers. In het kader van het testbed heeft het bedrijf zich in de afgelopen maanden gericht op de vraag wat een bruikbaar publicatieplatform is voor geo-informatie.
Spotzi is een relatief jong bedrijf dat GIS-applicaties ontwikkelt en data aanbiedt en visualiseert. Het testbed sluit goed aan bij de visie en producten van Spotzi vertelt Teun van Sprundel, GIS-specialist bij Spotzi. Open source software en open data spelen daarin een voorname rol. “Wij zijn graag bereid om onze kennis te delen met het publieke domein en willen daarnaast stimuleren om zoveel mogelijk data te delen”, aldus Teun van Sprundel. Onderdeel van het onderzoek van Spotzi is hoe je de community op een gecontroleerde manier data kunt laten toevoegen. En hoe je door de community aangeleverde data beschikbaar houdt voor de community, in plaats van die in een gesloten systeem te laten verdwijnen.
Gegevens delen
Teun van Sprundel is ervan overtuigd dat het delen van gegevens niet alleen nieuwe mogelijkheden oplevert, maar ook steeds meer gezien wordt als noodzaak. “Met name bij overheden is er een grote behoefte om zo transparant mogelijk te opereren en eigen data beter toegankelijk te maken. Dit moet burgers in staat stellen om te zien wat hun overheid doet of in de planning heeft, zodat burgers een gefundeerde mening kunnen vormen. Het werkt echter ook andersom. Overheden kunnen gebruikmaken van de data vanuit de gemeenschap om daarmee hun eigen gegevens verder te optimaliseren.”
Als het gaat om datakwaliteit doen er zich nog wel problemen voor, zo heeft Teun van Sprundel in de afgelopen maanden ervaren. “Op het moment dat overheden informatie gaan delen via een platform, dan moeten ze kunnen beschikken over kwalitatief goede data. Wanneer overheden data van gebruikers accepteren, betekent dat onder meer dat zij niet meer kunnen instaan voor de kwaliteit van hun eigen gegevens. In ons onderzoek zijn wij op zoek gegaan naar manieren om wel de gebruikersdata te gebruiken, maar ook te kijken naar het bewaken van de kwaliteit van overheidsdata.”
Ondersteuning
In de afgelopen maanden is er met enige regelmaat overleg geweest met Geonovum, zo laat Teun van Sprundel weten: “Bij Geonovum konden we dilemma’s bespreken die we zijn tegengekomen en de algemene voortgang van ons onderzoek laten zien. Verder hebben we ook veel gehad aan de gesprekken met de eindgebruikers bij diverse gemeenten. Zij voorzagen ons met name van informatie over hun manier van werken en hun visie op onze insteek van een platform.” Toch is Van Sprundel vooral verheugd met de steun die zij hebben gehad vanuit de deelnemers van de andere testbed topics. “Een groot aandachtspunt in het testbed is Linked Data. Dat was voor ons, tot voor kort, onbekend terrein. Het leek ons te groot en te ingewikkeld om op te pakken. Dankzij de input van de teamleden van de andere topics zijn we nu in staat Linked Data te begrijpen én te integreren in ons platform.”
Op 17 maart worden in Amersfoort de eerste resultaten gepresenteerd van het testbed ‘geo voor het web’. Ook wordt tijdens deze bijeenkomst aangekondigd hoe het testbed verder gaat.