In één dag bijgepraat: Open geodag 2015

06 september 2015
tafelgesprek

Op één dag bijgepraat worden over de meest recente ontwikkelingen met betrekking tot geo-informatie. Ontwikkelingen onder meer op het gebied van bouwen, de Omgevingswet, smart cities, INSPIRE, linked data, leegstand vastgoed en standaarden. Bijna 300 vakgenoten en specialisten waren woensdag 2 september afgekomen op derde Open Geodag, die in een vol en gezellig Media Plaza in Utrecht werd gehouden.

Het was Rob van de Velde, directeur van Geonovum, die de bijeenkomst aftrapte. Hij schetste kort een beeld van een sterk veranderende (digitale) samenleving en overheid, waarbij steeds meer gebruik wordt gemaakt van raadplegingen en interactie met de burgers. In het kader van die ‘digitalisering, slimme burgers en de overheid’ ging hij daarna het gesprek aan met drie deskundigen, waarbij de vraag centraal stond hoe we gezamenlijk (overheid, deskundigen, bedrijfsleven, wetenschap en bewoners) de digitale wereld kunnen bouwen.

Aan tafel met Marga, Marleen en Victor

Marga Jacobs, docent aan de Avans Hogeschool in Nijmegen en voorzitter van de Vereniging Leefmilieu, liet weten dat het met name hoogopgeleiden zijn die actief zijn binnen burgercomités, waarbij zorgen vaak de reden zijn om in te stappen. Zorgen bijvoorbeeld over het wegvallen van een school of de aantasting van het milieu. Ze gaf daarbij het voorbeeld van burgers die zelf de kwaliteit van de lucht meten en niet meer afhankelijk willen zijn van alleen de overheid. Haar ervaring is dat overheden vaak nogal sceptisch zijn over dergelijke burgerinitiatieven, maar volgens Jacobs is de ontwikkeling niet meer te stoppen. Wat haar betreft zou de overheid dan ook veel actiever moeten zijn in het ondersteunen van bijvoorbeeld meetinitiatieven door burgers en zouden die kunnen functioneren naast organisaties als het KNMI of het RIVM.

Marleen Stikker is directeur van de Waag Society, een organisatie die zich met name richt op opkomende technologieën en de gevolgen daarvan voor mensen. Stikker heeft in de afgelopen jaren een enorme verandering bespeurd in houding en attitude van bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam. Bijvoorbeeld op het gebied van smart citizens. Waar de gemeente in eerste instantie niet echt stond te springen om dat soort initiatieven, heeft het dat nu volledig omarmd. Toch heeft Marleen Stikker ook zorgen. Ze maakt ze vooral druk om de geslotenheid van veel van de gebruikte ‘smart’ systemen. “Als het gesloten systemen zijn, hebben we er niets aan.” Stikker pleit dan ook voor open protocollen, open standaarden, maar ook voor open hardware. Zorgen zijn er wat haar betreft ook als het gaat om de interpretatie van gegevens (“Wat als burgers andere waardes waarnemen dan overheden, wat zijn dan de bestuurlijke of juridische consequenties?”).

Laatste deskundige die in gesprek ging met Rob van de Velde, was Victor Zuydweg, adviseur bij ICTU en binnen die organisatie met name bezig met gebruiksvriendelijkheid van systemen. Wat Zuydweg betreft is een instrument pas een goed instrument, als het gebruikt wordt. Volgens hem gaat dat bij de overheid nog wel eens mis. “Er worden beleid en diensten aangeboden die niet stroken met hoe het in de werkelijkheid gebruikt wordt. Een mismatch.” Eén van de meestvoorkomende fouten volgens Zuydweg, is te denken dat hoogopgeleiden minder moeite zouden hebben met digitale systemen dan laagopgeleiden. “In de praktijk zien we vaak juist het tegenovergestelde. Laagopgeleiden snappen misschien niet alles wat er staat, maar proberen dingen sneller uit, waardoor ze een systeem sneller doorgronden.” Victor Zuydweg had ook een boodschap aan de kaartenmakers in de zaal. “Een kaart wordt vaak gebruikt om data over de schutting te gooien, waarbij de gebruiker het antwoord min of meer zelf moet samenstellen. Mijn advies is: denk altijd aan je gebruikers en benut de intelligentie van geo-informatie om vragen te beantwoorden!”

Naar een web van data

In de presentatie van Marcel Reuvers, geostandaarden expert bij Geonovum, stonden vijf observaties centraal. Bijvoorbeeld dat we nu in een decennium van het platform zitten. Volgens Reuvers kiezen organisaties en bedrijven steeds vaker voor een platform, en de vraag is hoe je daar als overheid mee moet omgaan. Wat hem betreft zou Nederland een voorbeeld kunnen nemen aan overheden in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten of  Nieuw-Zeeland. Een tweede observatie was dat we, onder meer dankzij een stevige groei van het aantal API’s, programmeerbare overheidsinformatie nodig hebben. De derde observatie van Marcel Reuvers had betrekking op de authenticiteit van data. “Als overheidsdata wordt opgegeten door platforms, leven ze hun eigen leven.” Met dat in gedachte, pleitte Reuvers ervoor om te stoppen met het kopiëren van data. ‘Door platforms opgegeten data houden bij het gebruik van URI’s een link naar de originele data’, zo luidde de vierde observatie. De vijfde observatie ging over het ontsluiten van data. Volgens Reuvers wordt overheidsdata nog te vaak ontsloten vanuit silo’s. “De gebruiker verwacht van de overheid slimme, intelligente en gelinkte data”, aldus Reuvers, die tot slot een testbed aankondigde waarin de mogelijkheden onderzocht worden voor het publiceren van locatiedata als bruikbaar en integraal onderdeel van het web. In dat testbed staan vier onderzoeksvragen centraal.

Na de opening waren er diverse workshops. De presentaties van de meeste workshops zijn online in te zien. De inhoudelijke afsluiting van de derde Open Geodag voor Skinfiltr8r (Rik Zutphen). Ritmisch ondersteund vatte de Rotterdamse woordkunstenaar snel en scherp de bijeenkomst samen, waarbij hij onder meer de verschillende sessies omschreef als ‘speed daten met data (lijkt meer op speed data)’.

Geen updates meer missen?

Automatisch op de hoogte blijven? Meld je aan voor één van onze nieuwsbrieven.