Om de implementatie van INSPIRE in Europa te kunnen volgen, zijn alle lidstaten verplicht om elk jaar te rapporteren over de voortgang. Daarvoor geven de dataproviders van elke lidstaat in een Excel-tabel per dataset aan, in hoeverre ze aan de verschillende INSPIRE-vereisten voldoen. Dat is een hoop extra werk. Kan dat niet anders, vroeg een aantal experts zich af. Daarom werd de INSPIRE-werkgroep Monitoring in het leven geroepen, waar wij deel van uitmaken.
Automatisch voortgangsgegevens genereren
Ine de Visser, adviseur in het INSPIRE-team: ‘Omdat veel van de voortgangsinformatie in de metadata zit, zocht de werkgroep naar een manier om de informatie daar automatisch uit te genereren. Er werd een tool ontwikkeld waarmee je automatisch de metadata uitleest en omrekent naar voortgangsgegevens, die overzichtelijk worden gepresenteerd in een dashboard. Wij hebben daaraan bijgedragen door als proof of concept deze methode te testen en daarmee te rapporteren. Daarmee zijn we het eerste land dat op deze manier zijn rapportage over 2014 heeft gedaan.’
Verbetering van rendement en kwaliteit
‘We verwachten dat meer lidstaten deze methode gaan overnemen, want dat levert - naast een veel efficiënter en minder arbeidsintensief proces - een aanzienlijke kwaliteitsverbetering op: de tijd die dataleveranciers eerst moesten steken in het bijhouden van Excel-sheets, besteden ze nu aan de metadata zelf. Bovendien werd de voortgang nog wel eens mooier voorgesteld dan hij eigenlijk was. Met deze rechtstreekse methode is dat niet meer mogelijk.’
Uitgebreidere inzichten
‘Een ander groot voordeel is dat je op deze manier continu inzicht hebt in de vorderingen in de implementatie van INSPIRE, in plaats van één keer per jaar. Want je kunt op elk moment de metadata opvragen en laten uitlezen. Ook kun je gemakkelijker in kaart brengen hoe de verschillende lidstaten het ten opzichte van elkaar doen.’