Van 16 tot en met 20 juni werd in de Deense stad Aalborg de jaarlijkse Europese INSPIRE-conferentie gehouden. Vanuit de Nederlandse INSPIRE-delegatie een korte terugblik op een geslaagde en vooral inspirerende conferentie.
Ine de Visser (Geonovum) bezocht op metadatagebied een presentatie van Wallonië: “Zij gaan al met de nieuwe internationale standaard werken en zorgen voor aansluiting bij de INSPIRE-vereisten door backward compatibility. Erg inspirerend. Mooi ook om te zien hoe de Scandinavische landen samenwerken. Dat levert veel voordelen op.”
Ook Carla Nikkels (GIS, BIJ12), kijkt terug op inspirerende dagen. “Het was goed om ook binnen de Nederlandse INSPIRE-community de contacten weer eens aan te halen en om te zien hoe alles zich sinds 2012 heeft ontwikkeld.” Onverwacht interssant vond ze de case van een Spaans kadaster. “Kadastrale info wordt daar nog een stuk breder ingezet, onder meer voor inschatting van economische schade bij overstromingen. Verder was het mooi om te zien dat de issues die we in 2012 bij het aanmerken vonden, ook spelen in bijvoorbeeld Duitsland en Spanje.” De interesse van Koen Rutten (BIJ12) ging vooral uit naar open source: “Hoe meer klanten en goede leveranciers, hoe meer er in de community doorontwikkeld kan worden aan innovatieve oplossingen.”
‘Breaking news’
Paul Janssen (Geonovum) werd in een Deense sessie over SDI en basisregistraties verrast door het nieuws (“breaking news”) dat zij 3D-topografie van Denemarken aan de app Minecraft hebben gegeven voor integratie in het spel. “Voor mij een goed voorbeeld hoe je met veel creativiteit en relatief weinig moeite (inzet 80 uur) grote impact kan hebben op ontwikkelingen in het teken van geobeleving van jongeren.” Ook de sessie over (Extreme) Citizen Science maakte de nodige indruk op Janssen. “De burger weet in de meeste gevallen het beste hoe de situatie in zijn omgeving is. Gebruik dat voor data inwinning en data kwaliteitsverbetering. Bedenk dat de burger meer is dan een ‘sensor’ en beschouw hem als partner in het data inwinningsproces. “
In relatie tot INSPIRE viel Theo Overduin (Geonovum) met name de grote buitenlandse interesse op in de Nederlandse ontwikkelingen rondom de Omgevingswet en de Laan van de Leefomgeving. “Dit kunnen we zeker verder uitbouwen en uitnutten. Misschien Holland’s next export model?”, aldus Overduin, die ook de ‘Nederlandse avond’ als groot succes zag. “Nog los van het voetbal van Oranje...”
Ook Marjan Bevelander (ministerie van Infrastructuur & Milieu) kijkt terug op een wervelende en inspirerende conferentie. “In deze contreien leeft INSPIRE volop. De Noordelijke landen zijn goed aanwezig en promoten hun onderlinge samenwerking. Dat stak ook onze zuiderburen meteen weer aan. Zij hebben voorgesteld om onze samenwerking weer nieuw leven in te blazen, en daar zijn we enthousiast op ingegaan.”
Voor Paul van Genuchten (Geocat) viel vooral de grote aandacht voor semantiek op. “Niet alleen omdat de linked data community van de INSPIRE-gegevens gebruik kan gaan maken, maar ook omdat de fase van dataharmonisatie nu gaat starten. In Nederland worden de nationale datamodellen afgestemd op die van INSPIRE. Een proces waar je vooral je stakeholders in moet laten participeren.”
Sandra van Wijngaarden (Geonovum) ziet naar aanleiding van de gepresenteerde resultaten van de INSPIRE-review twee punten terugkomen. “Het INSPIRE-raamwerk is complex, en we moeten meer aandacht besteden aan gebruik. Loopt INSPIRE inmiddels niet een beetje achter op de technische ontwikkelingen? Een voorbeeld is het onsluiten van INSPIRE-data in Minecraft: zo bereik je een hele nieuwe doelgroep. Ook Ed Parsons van Google benadrukte: zorg dat de gegevens op meerdere manieren beschikbaar worden gemaakt, ook de niet zo traditionele manieren. Zo krijg je een groter bereik.”
* De INSPIRE-conferentie 2015 wordt van 24 tot en met 28 mei 2015 gehouden in de Portugese hoofdstad Lissabon en is dan onderdeel van het World Geo Spatial Forum.