‘Voorheen had elke overheid eigen digitale kaarten. Dus eigen geografische gegevens. Die gegevens verbinden - zodat je ze kunt delen en slim combineren - daar helpen wij overheden bij.’ In de nieuwsbrief i-NUP van de e-overheid, van 8 oktober is Rob van de Velde, directeur van Geonovum, aan het woord.
‘Steek een satéprikker op een willekeurige plek in de grond. Dan krijg je een kaart met werkelijk álle overheidsgegevens over die plek. Dus wie de eigenaar is, wat de bebouwing is, wie de gebruiksrechten heeft, wat de bodemsamenstelling is, ja zelfs de leeftijdsverdeling van bewoners… Dit toekomstbeeld is een belangrijk streven binnen de e-overheid. Iets wat natuurlijk alleen kan als je gegevens deelt.’
Afspraken maken
‘Gegevens delen is vooral: afspraken maken. Eerst beschrijf je samen welke gegevens er allemaal zijn. En dan bekijk je welke gegevens er nodig zijn in bepaalde situaties. De data die je vervolgens wilt delen, moet je standaardiseren, gelijktrekken. Je legt dan samen vast wat een gegeven precies inhoudt (en wat niet) en op welke manier je die inhoud beschrijft. Pas dan kun je gegevens delen en combineren. Geonovum faciliteert dat proces. Wij ontwikkelen en beheren standaarden waarmee overheden hun geografische – locatiegebonden - gegevens kunnen delen.’
Delen bij calamiteiten
‘Een van de eerste voorbeelden is van vijf jaar geleden. De net opgerichte Veiligheidsregio’s wilden gegevens gaan delen bij calamiteiten. Bijvoorbeeld bij overstromingen, ontruimingen en evacuaties. Dan blijkt dat er, afhankelijk van de gebeurtenis, verschillende gegevens nodig zijn. Bij een brand gegevens over windrichting bijvoorbeeld, bij een overstroming over het aantal dieren per perceel. Dat idee van elkaars gegevens gebruiken en slim combineren is verder uitgewerkt. En daaruit ontstond het latere project De Witte Kaart.’
Maatschappelijk belang
‘Delen van geografische data is van praktisch nut. Maar er is ook een juridische kant: de wettelijke verplichting groeit, ook vanuit Europa. Want wat heb je aan een rivierenkaart met waterstanden en vaarcapaciteit die stopt bij de grens? Overheden zijn zelf verantwoordelijk voor het tempo waarin ze delen. En wij zien: daar waar het maatschappelijk belang groot is, is het tempo hoog. Neem gemeenten. Alle 415 werken ze hard aan het standaardiseren van hun bestemmingsplannen. Al bijna 30.000 van die plannen zijn nu beschikbaar via ruimtelijkeplannen.nl. Daar bekijk je in twee muisklikken het plan van je eigen buurt. Dat is toch geweldig!’
BAG…
‘Het Stelsel van Basisregistraties bevat op veel plekken geografische gegevens. De Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) bijvoorbeeld. Een BAG-adres bestaat naast kenmerken als gebruik en bouwjaar ook uit x- en y-coördinaten. Geografische gegevens, die aangeven waar het adres zich in de ruimte/op de kaart bevindt. Met behulp van de geo-standaard GML zijn de BAG coördinaten op de kaart te projecteren. Verder geeft het BAG-adres de “contouren” van het gebouw op dat adres: welke plaats neemt het in in de ruimte? Om zulke inhoud te beschrijven en te kunnen delen, heb je standaarden nodig.’
… en BGT
‘De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is weer een ander verhaal. Die is helemaal nieuw en ingewikkelder dan de BAG, die alleen gaat over adressen en gebouwen. De BGT gaat over álle objecten in de buitenruimte. Van wegen, stoepen en sporen tot aan verkeerskasten aan toe. Welke objecten zijn er, welke neem je mee en hoe omschrijf je ze? Samen met de bronhouders maakten wij het informatiemodel. Dat is een reeks afspraken over hoe je de wereld beschrijft en digitaal vastlegt, zodat verschillende gebruikers in een keten ermee kunnen werken. Een prachtig proces dat we eerder ook voor de ruimtelijke ordening hebben gedaan.’
Nu de werkprocessen nog
‘Standaardisering levert betere informatie op. Maar de werkprocessen zijn vaak nog uit de oude tijd. Die processen innoveren, dat zie ik als de uitdaging voor de nabije toekomst. De oplossing ligt denk ik in méér interactie tussen vraag en aanbod. Tussen zij die werken met techniek, en technici die kunnen uitleggen wat je er aan hebt.’
Drie domeinen
‘Verder denk ik dat de overheid zal gaan inzien dat ook bedrijven en zelfs particulieren belangrijke informatiebronnen kunnen zijn. Iedereen loopt immers rond met een smartphone en overal hangen beveiligingscamera’s. Die drie domeinen - overheid, bedrijfsleven en burgers - daar kun je hekjes omheen plaatsen. Maar je kunt ook gegevens met elkaar gaan delen. En ook dat vraagt om standaarden.’
Het gehele artikel kunt u ook lezen op de website van de e-overheid.