Over de hele wereld werken mensen en organisaties samen aan projecten over landschap en leefomgeving. Ruimtelijke data zijn daarbij onmisbaar. Informatie-technologie stelt ons in staat om de ruimtelijke omgeving beter, flexibeler en preciezer te observeren, te meten, te beschrijven en in kaart brengen. We maken digitale geografische objecten die de echte wereld weergeven, zodat we deze beter kunnen begrijpen, inzichten kunnen delen en diverse activiteiten beter kunnen beheren.
Nationale geo-data infrastructuren (NGDI) maken publieke gegevens over hoogte, wegen, politieke grenzen en water toegankelijk. Gegevens als luchtfoto’s en data over bodemgebruik en bodembedekking zijn voor veel doeleinden bruikbaar. Athina Trakas (OGC), Paul Janssen (Geonovum) en Jantien Stoter (TU Delft, Kadaster, Geonovum) hebben een paper geschreven voor het European Journal of ePractice dat de rol beschrijft van vernieuwende standaarden die de doelen van INSPIRE en andere geo-data infrastructuren ondersteunen.
Aan de hand van de inbedding van de 3D standaard in het Nederlandse informatiemodel voor grootschalige geografie (IMGeo|BGT) illustreren Trakas, Janssen en Stoter het belang van beleid voor de realisatie van geodata infrastructuren. De Nederlandse, op CityGML gebaseerde, nationale 3D-standaard maakt het mogelijk uitgebreide 3D-geo informatie over de omgeving uit te wisselen.
U vindt het volledige artikel op http://www.epractice.eu.