Op donderdag 26 april waren er ruim 50 vertegenwoordigers van diverse dataproviders verzameld in De Observant in Amersfoort voor een startbijeenkomst. Op deze bijeenkomst werd ingegaan op de het aanmerkingsproces van de INSPIRE annex III thema’s. Een spannende periode: 21 veelzijdige thema’s maken deel uit van Annex III. Daarbij raakt een nieuwe en diverse groep dataproviders betrokken. Dat betekent dat ook het werkveld zelf aan zet is: Wie gaat straks de regie voeren binnen een thema, welke mogelijkheden zijn er om aan te sluiten bij bestaande structuren? Dit zorgde voor een ochtend met nieuwe inzichten maar ook kritische blikken.
Ruud Cino, voorzitter van de stuurgroep Inspire in Nederland begon de dag met een inspirerende presentatie over hoe INSPIRE heel goed in het huidige klimaat van geo-gerelateerde gegevensverzamelingen, basisregistraties en een transparantere overheid past. Een sobere implementatie is prima, maar we moeten er wel voor zorgen dat er een goede balans is met het creëren van toegevoegde waarde. We moeten namelijk vooral het gebruikersperspectief goed in het oog houden: Met gestandaardiseerde, gedeelde geoinformatie kan voordeel gehaald worden: door overheidsorganisaties (ook over de grens), transparantie voor burgers en kansen voor marktpartijen.
Michel Grothe legde uit hoe de Europese richtlijn in elkaar zit, en wat de INSPIRE “to-do’s”zijn. Wat een INSPIRE dataprovider allemaal te wachten staat is namelijk niet weinig: Eind 2013 moeten metadata, view- en download services (netwerkdiensten) al beschikbaar zijn. Dat gaf al meteen de “sense of urgengy” voor een vlot verlopend aanmerkingsproces. Carla Nikkels lichtte toe hoe dit proces gaat verlopen. Het streven om tegen de zomer alvast met een voorlopige aamerking te komen is vooral in het belang van de dataproviders: Hoe eerder er duidelijkheid is, hoe eerder dataproviders kunnen beginnen met de voorbereidingen. Geonovum kan daarbij een ondersteunende rol bieden met de helpdesk, kennisbijeenkomsten en de wiki. Ook worden de dataproviders gestimuleerd om binnen het eigen netwerk kennis te brengen en te halen.
Bij het voorbereiden van de aanmerking en het uiteindelijk realiseren van de netwerkdiensten staan de dataspecificaties centraal. De laatste versies zijn deze week (onder voorbehoud) beschikbaar gesteld door de TWG’s. Hoe daarmee om te gaan werd door Ine de Visser toegelicht. Benadrukt werd vooral te lezen in hoofdstuk 2 en 5, en goed het onderscheid te maken tussen verplichte en facultatieve delen in de dataspecificaties. Uiteindelijk gaat het om de match tussen wat de dataproviders aan gegevens hebben en de featuretypes in de thema’s: In principe wordt per featuretype maar 1 dataset aangemerkt.
Tot slot vatten programmamanager Sandra van Wijngaarden en Ruud Cino de ochtend samen. We onderkennen dat dit een nieuwe fase is, met veel en nieuwe dataproviders. Ook komen er nieuwe problemen aan bod zoals gebruiksbeperkingen en het omgaan met partijen die niet altijd “100% overheid” zijn. Benadrukt werd nogmaals dat we dit uiteindelijk voor de gebruiker doen. Mooi was dat er al op kleine schaal verbinding werd gezocht en dat er ruimte was voor kritische energie. In juni wordt verder invulling gegeven aan het vormen van platforms waarin de kennis over en ervaringen met INSPIRE in Nederland kan worden gedeeld en geborgd.