Na een verkenning naar welke locatiegegevens sociale platforms genereren en gebruiken, is een vervolgstudie gedaan naar het gebruik van dit soort gegevens door overheidsorganisaties. Gebruiken overheidsorganisaties dit soort data? En hoe dan?
Het gebruik van social media door de voor de studie gesproken overheidsorganisaties beperkt zich tot reactieve communicatie en eenvoudige omgevingsanalyses. In algemene zin kunnen sociale media (locatie)gegevens snel inzicht geven in wat er op een bepaald moment op een bepaalde plaats aan de hand kan zijn. Dit kan een aanvulling zijn op traditionele informatievergaring.
Het gebruik van sociale (locatie)gegevens vereist dat een organisatie kennis beschikbaar heeft van de mogelijkheden maar ook beperkingen van de gegevens zelf, de technieken die gebruikt worden om de gegevens te presenteren, van de mogelijke toepassingen, als ook kennis van de juridische kaders waarbinnen geopereerd moet worden. Kennis en kunde om sociale media gegevens te gebruiken is veelal niet aanwezig.
Het onderzoek laat zien dat als een overheid gebruik wil maken van social media (gegevens), een vraaggestuurde benadering moet worden gekozen. Welke vragen spelen er en hoe zouden (gegevens uit) sociale media bij het beantwoorden van deze vragen een rol kunnen spelen. Ook hier is het essentieel dat er kennis binnen de organisatie is van de mogelijkheden en beperkingen van de social media (gegevens) en de (bestuurlijk-juridische) kaders waarbinnen gewerkt moet worden.
Het delen van zowel successen als misstappen lijkt nuttig om de kennis van mogelijkheden en beperkingen te vergroten. De bevindingen van het onderzoek zijn vastgelegd in het rapport “Overheid en “sociale” locatiedata”.