De BRO is innovatie

20 mei 2017
boormonsters

Er was al veel over gesproken, maar op 11 mei 2017 was het dan zover. De kick-off bijeenkomst van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Om antwoord te bieden op vraagstukken als bodemverzakking, klimaatverandering en energietransitie is een goed werkende BRO onmisbaar. Maar de BRO wordt ook veruit de grootste van alle geo-basisregistraties. En, met de noodzaak om de modellen van de ondergrond in 3D te verwerken, zeker de meest ambitieuze. In 2021 moet de BRO klaar zijn en in 2022 gaat hij ‘in beheer’. Hoe gaat het Programma dit aanpakken?

“De BRO gaat bijna 5 keer zoveel objecten bevatten als de BGT en BAG samen”, weet één van de bezoekers te vertellen tijdens de opening van de aftrapbijeenkomst in Amersfoort. En er is weinig reden om aan die uitspraak te twijfelen. Of het nu gaat om grondsoorten, grondwaterstanden, boringen, mijnbouwinformatie, geologische modellen… dit alles zal in de nieuwe registratie zijn plek moeten krijgen. In eerste instantie zijn er 26 registratieobjecten vastgesteld voor opname in de BRO. Maar misschien wordt de BRO in de toekomst nog wel groter. Want waar een ‘platte’ basisregistratie als BAG of BGT exact begrensd is, heeft bij de BRO nog niemand precies vastgelegd hoe breed deze registratie precies zal worden. “Het is niet voor niets dat de BRO als laatste aan de beurt is”, zegt Hans Tijl, die als directeur Ruimtelijke Ordening de kick-off bijeenkomst mag inleiden. “De BRO moet letterlijk en figuurlijk de sluitsteen worden van ons ambitieuze stelsel van basisregistraties.”

Moeilijk te bevatten
Dat het soms best moeilijk is om te bevatten waar het daadwerkelijk om gaat, wordt duidelijk als programmanager van de BRO, Martin Peersmann, een animatie laat zien. De animatie is ooit gemaakt om de ondergrond van de gemeente Woerden in kaart te brengen. In eerste instantie nog niet bedoeld om extern te delen, kwam de animatie per ongeluk toch op een openbare site terecht. Toen het bestand korte tijd later weer offline werd gehaald, was het al 200.000 keer bekeken. “Een bewijs van het maatschappelijke belang van de ondergrond”, vindt Peersmann. “En van de belangstelling die er voor dit onderwerp bestaat.”

Ook nu, in de volle zaal, valt er een onwerkelijke stilte als de beelden op het scherm verschijnen. Dat komt in de eerste plaats omdat de animatie geen geluid bevat. Maar het komt ook en vooral omdat de animatie laat zien hoe iets dat van bovenuit gezien één vlak vormt op de kaart, ineens verandert in een totaal andere realiteit als je langs dit vlak virtueel in de grond zakt. Van opzij gezien is er ongemerkt een fascinerende, onbegrensde 3D wereld ontstaan, waar grondwaterreserves en gas- en olievelden boven elkaar lijken te zweven. “Dus eigenlijk hebben we een soort verticale BGT nodig”, mompelt iemand in de zaal.

Samenwerking is voorwaarde
Hoewel de beelden in eerste instantie wat abstract overkomen, helpt de animatie sommigen van de aanwezigen te beseffen dat zijzelf, als bronhouders, in deze ondergrondse wereld hun plaats en verantwoordelijkheid moeten gaan vinden. Eerder die ochtend heeft Lucas Bolsius, de burgemeester van Amersfoort, ook een presentatie gegeven en stilgestaan bij de rol van bronhouders. “Het in kaart brengen van de ondergrond is één ding”, vindt Bolsius. “Maar het wordt écht interessant als het ons lukt om de situatie onder de grond te verbinden met de situatie boven de grond. Dan kan de meerwaarde zich uitbetalen. Dan helpt de BRO ons betere, hogere gebouwen te bouwen of de energietransitie vorm te geven, bijvoorbeeld door het benutten van aardwarmte mogelijk te maken.”

Maar volgens Bolsius kan de verbinding van de ondergrond en bovengrond alleen worden gelegd als er heel goed wordt samengewerkt. “In Den Haag iets bedenken is een begin”, zo merkt Bolsius op. “Maar het zijn de lokale en regionale organisatie en samenwerking die zoiets als de BRO tot een succes maken. En voor die lokale opgave rond de BRO, bij de bronhouders zelf, is focus en menskracht nodig.”

Waar te beginnen met de BRO?
De woorden van Bolsius ondersteunen een oproep aan bronhouders om het belang van de BRO te erkennen en een BRO-coördinator aan te stellen. Een oproep die later, door Peersmann, nog eens wordt herhaald. In de zaal wordt instemmend geknikt. Maar waar te beginnen met de BRO? Dat vragen veel van de aanwezigen zich ook af. Het antwoord op die vraag moet onder andere komen uit het ketenproces zoals dat door het ministerie van IenM is ontworpen. In een van de breakout sessies staat Ria Volkers, ketenmanager, hier uitgebreid bij stil. Om te beginnen toont zij een gloednieuwe video die uitlegt hoe het allemaal moet gaan werken. De animatie is duidelijk en legt uit hoe bronhouders hun processen, systemen en contracten zullen moeten aanpassen aan de nieuwe manier van werken rond de Landelijke Voorziening.

Dat deze Landelijke Voorziening per 1 juli al in gebruik wordt genomen, getuigt van een doortastende aanpak. Maar tijdens de verdere toelichting van Volkers ontstaan ook de nodige vragen. Vooral over de levering en controle van gegevens. Daar worden gemeenten en andere bronhouders ook verantwoordelijk voor. Maar waar begint en eindigt die verantwoordelijkheid? Hoe zit het met die verantwoordelijkheid als de grond is verkocht aan een projectontwikkelaar? Het is duidelijk dat op sommige vragen het antwoord nog moet worden gevonden.

Standaarden op basis van concrete behoeften
Een andere randvoorwaarde om tot een werkbare en bruikbare BRO te komen is de ontwikkeling van de juiste standaarden en voorschriften. Hiervoor staat Geonovum aan de lat. “Gelukkig kunnen we hier veel profijt halen uit de ervaring die we met registraties als de BAG en BGT hebben opgedaan”, legt Marcel Reuvers uit. Reuvers is vanuit Geonovum de projectleider voor de BRO-standaarden. Samen met TNO Geologische Dienst Nederland, Wageningen Environmental Research (voorheen Alterra) en Geonovum gaat hij tot en met einde 2019, in 4 perioden van elk 9 maanden, de standaarden van de registratieobjecten opleveren. Wat nieuw is in de aanpak rond de ontwikkeling van de BRO-standaarden, is dat er ‘agile’ wordt gewerkt. Iedere periode van 9 maanden wordt onderverdeeld in sprints van elk 6 weken. Wat na een periode niet af is, komt in de backlog voor een volgende versie. “Alles wat wel af is, willen we direct beschikbaar stellen”, legt Reuvers uit. “Dat betekent dat we alles volledig transparant aanbieden, en de lessen van het eerste gebruik van de standaarden ook zo snel mogelijk willen meenemen, zodat we iedere volgende periode weer beter kunnen verwerken.”

Dat de kick-off bijeenkomst niet verward moet worden met het startsein voor het werken aan de BRO, bewijst het feit dat de oplevering van de eerste tranche net klaar is. Op 1 juli komen deze standaarden beschikbaar via de Landelijke Voorziening. “Intussen richten wij ons alweer vol op de tweede tranche”, vertelt Reuvers. “Maar dat doen we nadrukkelijk niet alleen. Eén van de grootste uitdagingen van de BRO is dat de domeinen zo divers zijn. Daarom zetten we voor iedere tranche een brede oproep uit om materiedeskundigen erbij te betrekken. Zo willen we garanderen dat we iets opleveren dat ook echt past bij concrete vragen en opgaven. Als een partij bijvoorbeeld iets wil gaan doen met aardwarmte, wat mag er dan wel en niet? Wat is er nodig om aan de slag te gaan? Aan de hand van stakeholderanalyses en klantenreizen gaan we in kaart brengen welke vragen gebruikers echt hebben. En welke gegevens nodig zijn om die vragen te beantwoorden. Daarmee leggen we meer nadruk op het concrete gebruik van de basisregistratie die wij ontwikkelen. Het gebruik staat voorop.”

Maatschappelijke waarde
De kick-off bijeenkomst is een zeer goed bezocht evenement. En de urgentie van een goede registratie van de ondergrond wordt alom erkend. De ervaring rond de totstandkoming van eerdere basisregistraties is beschikbaar. Voeg daarbij de klantgerichte aanpak en de agile werkwijze, en er ontstaat het gevoel dat het allemaal moet gaan lukken. Natuurlijk, iedereen die aanwezig is op deze bijeenkomst weet dat het de nodige energie en moeite zal gaan kosten. Maar iedereen weet ook, dat als de BRO er daadwerkelijk in slaagt de ondergrond met de bovengrond te verbinden, dat er een enorme maatschappelijke waarde wordt gecreëerd. Dan wordt duidelijk dat de BRO geen lastendruk is, maar innovatie!

Meer informatie
Meer informatie over de BRO, inclusief de video’s, de presentaties en de oproep aan materiedeskundigen, is te vinden op www.basisregistratieondergrond.nl.

Gerelateerd nieuws

Geen updates meer missen?

Automatisch op de hoogte blijven? Meld je aan voor één van onze nieuwsbrieven.