In februari organiseerde Geonovum in het kader van GeoSamen een studiereis naar Londen. Een delegatie afkomstig uit bedrijfsleven, overheid en wetenschap, bezocht de Geovation hub, maakte kennis met Britse aanpak van open data en hun toepassing van het Bouw Informatie Model. “Het leuke aan zo’n reis is dat je een ander denkspoor krijgt aangereikt”, vertelt deelnemer Hans Tijl, voorzitter van het GI-beraad.
“Wat ik het meest interessant vond, was dat er in de UK een bureau zit dat werk maakt van het gebruik van open data. En dat voor zowel de overheid als het bedrijfsleven.” Net als in Nederland maakt de Britse overheid veel data openbaar. Kenmerkend voor de Britste aanpak is dat open data an sich geen doel is, maar dat het wordt verbonden aan beleidsdoelstellingen op andere terreinen. Dit vertaalt zich in een aanpak die meer gericht is op organisatie dan op techniek. Met het Open Data Institute beschikken de Britten bovendien over een instituut dat gestructureerd nadenkt over open data en wat er nodig is om het te gebruiken.
Wisselwerking
“Als jij een bedrijfje wilt beginnen op basis van data die wij als overheid beschikbaar hebben gesteld”, vertelt Tijl, “dan wil je weten of die data over een jaar ook nog beschikbaar is. En of die dan hetzelfde kwaliteitsniveau heeft. De overheid stelt data weliswaar beschikbaar maar er zit vaak geen garantie op dat zij die data het volgende jaar, of over twee of vier jaar nog steeds aanbiedt.” De vraag is hoe houdbaar dat is als je gebruik van open data tot een succes wilt maken. Tijl: “Op het moment dat er succesvolle business ontstaat op open data, moet je daar dan niet iets mee? Zou het ertoe kunnen leiden dat er kwaliteitseisen aan de open data van de overheid worden opgesteld? In Nederland denken wij hier niet systematisch over na. Wij hebben geen bureau of instituut dat zich hiermee bezighoudt. De Britten hebben dat wel. Hun aanpak biedt ons zeker stof tot nadenken”, volgens Hans Tijl.
Eveneens inspirerend was het bezoek aan Geovation. Met Geovation geeft de Ordnance Survey gestalte aan open innovatie met het doel waarde te creëren voor henzelf, de start-ups en het Britste GI-werkveld. Risico’s, resources en winst worden gedeeld. De Geovation Hub als fysieke plek werkt als incubator waarin creatieve geesten met locatiedata en –technologie aan de slag kunnen. De Geovation Challenges, waarmee start-ups zich van significante ondersteuning kunnen verzekeren, fungeren als inspirator.
Investeren in je omgeving is ook investeren in jezelf
“Via Geovation krijgt de Ordnance Survey waardevolle inzichten in wat de omgeving van hen gaat vragen de komende jaren”, vertelt Tijl. “Zij zijn goed aangehaakt bij ontwikkelingen, omdat ze die mede creëren. Dat is een slimme benadering. Ook het businessmodel dat de Ordnance Survey daarbij heeft gekozen, is interessant. Er wordt met kennis en ervaring geïnvesteerd in de deelnemers en op het moment dat een bedrijf slaagt, nemen ze er een belang in. Zo betalen investeringen zich deels terug.”
Zou een aanpak zoals in Groot-Britannië ook werken in Nederland? Of beland je dan in ingewikkelde discussies met bijvoorbeeld marktpartijen? “Als je innoveert, schop je altijd ergens tegen de schenen van de gevestigde orde. Als overheid moet je de markt open zien te houden, zorgen voor een open speelveld. Doe je dat niet, dan ga je er vanuit dat de markt perfect is georganiseerd. Dat is echter niet zo. Kijk naar de Telecommarkt. De infrastructuur is in handen van KPN en Ziggo en zij exploiteren die infrastructuur. Het is een gesloten systeem. Een nieuw businessmodel komt daar niet zomaar op.”
Een open markt is goed voor innovatie
Tijl vervolgt: “Als overheid moet je nadenken over faciliteiten die je biedt en zelf een voet aan de bal houden om ervoor te zorgen dat hetgeen je regelt, voor iedereen toegankelijk is. Innovatie is niet altijd in het belang van de gevestigde orde, maar om vooruit te komen is vernieuwing nodig. Vernieuwen lukt beter in een open markt. En als overheid kan je innovatie zo stimuleren. De Britse voorbeelden laten zien dat dit ook in je eigen belang is. Door als overheid nauw betrokken te zijn bij nieuwe ontwikkelingen, kan je ook jezelf verbeteren. Het is zeer de moeite waard om hier ook in Nederland naar te kijken.”