Sensordata zijn een belangrijke bron van informatie: bijvoorbeeld over luchtkwaliteit, geluid of grondwater. Partijen als RIVM werken met grote sensornetwerken om dit soort data te verzamelen. Ook gemeenten houden zich hiermee bezig. En dat levert allemaal input voor digitale tweelingen. Essentieel daarbij is dat er standaarden zijn die het opslaan, toegankelijk maken en gebruiken van deze data uniformeren – zodat de interoperabiliteit gewaarborgd blijft. Met het Testbed Sensordata onderzoeken we drie onderwerpen om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van sensordata te verbeteren.
Senior adviseur standaarden Frank Terpstra: ‘Er zijn al standaarden voor sensordata – zoals de SensorThings API van OGC – en die worden ook gebruikt. Met dit testbed willen we bekijken hoe goed nieuwere versies van de huidige standaarden werken. Ook is er recent een nieuwe OGC-standaard bijgekomen, die potentieel concurrerend is voor de bestaande. Wat is nu het voordeel van de ene ten opzichte van de andere standaard? Bij welke use case werkt de ene standaard beter, bij welke de andere? Dat gaan we onderzoeken. Daarbij is de achterliggende vraag: moeten we zo’n standaard voor sensordata verplicht maken binnen de publieke sector? De uitkomsten van dit testbed leveren hopelijk goede argumentatie op voor zo’n advies.’
Drie onderzoeksvragen…
De onderzoeksvragen in dit testbed focussen op drie onderwerpen:
- Communicatie met een verzameling sensoren: in de meetpraktijk staat vaak één type sensor op veel locaties. We willen graag al die sensoren tegelijk dezelfde vraag kunnen stellen, liefst met één handeling. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen nieuwe en oude standaarden op dit gebied?
- Visualisatie en analyse: hoe zorgen we ervoor dat we al die data mooi en begrijpelijk kunt presenteren voor een breed publiek? Hoe maak je daar bijvoorbeeld een mooi dashboard van, of een presentatie in een webviewer?
- Initiële apparaatregistratie: er zijn heel veel uiteenlopende sensoren van verschillende fabrikanten. We willen heel graag zo’n individueel apparaat snel en simpel kunnen invoegen in een bestaand gestandaardiseerd sensornetwerk.
… en drie onderzoekspartijen
Na de tender, die liep van 9 januari tot en met 7 februari, hebben we op 14 januari de partijen aangewezen die het onderzoek gaan uitvoeren. Dat zijn:
- Nelen & Schuurmans: een Nederlandse partij die we al kennen uit eerdere samenwerkingen op het gebied van digitale tweelingen.
- Mindloops: ook een Nederlands bedrijf waar we nog niet eerder mee samengewerkt hebben. Frank: ‘Ze vielen ons op omdat ze een mooie aanpak voor de onderzoeksvraag hadden opgeschreven.’
- Fraunhofer IOSB, de Duitse tegenhanger van TNO. ‘We kennen hen van de OGC. Zij hebben het probleem van de initiële apparaatregistratie al eerder gesignaleerd en zijn er al een tijdje mee bezig.’
Informatiesessies en eindpresentatie
Op 19 maart en 14 april zijn er informatiesessies waarin de drie partijen vertellen over hun voortgang. Die sessies worden opgenomen en zijn dus online terug te kijken. En op 14 mei volgt de eindpresentatie.
Nieuwe kennis en ervaring
‘Het is nu voor de vierde keer dat we een testbed organiseren. En dat blijkt in de praktijk heel goed te werken. Voor een relatief laag bedrag, 12.500 per onderzoeksvraag, zorgen we voor nieuwe kennis op een specifiek onderzoeksgebied. We sturen daarmee natuurlijk een beetje in de markt, maar wel op een manier die als prettig wordt ervaren. Vanuit de markt wordt het gewaardeerd dat we dit doen. Eigenlijk wordt iedereen er wijzer van, van zo’n testbed.
