In het verlengde van de verkenning naar locatiegegevens en online sociale platforms, heeft Geonovum het pilotproject “Jesse” uitgevoerd. Doel van dit project is de overheid te informeren over de verzameling van locatiegegevens binnen online sociale platforms. Met behulp van de fictieve personages Jesse Bakker en Jesse Bakkum zijn de onderzoeksresultaten gepresenteerd. Deze heren kwamen online tot “leven” via hun profielen op de sociale media platforms Facebook, Instagram en Google. Aan de hand van twee Android Smartphones die ingelogd waren op deze profielen zijn gedurende twee maanden data verzameld.
In dit project hebben we allereerst onderzocht in hoeverre de locatie van een smartphone invloed heeft op advertenties die getoond worden op Facebook, Instagram en Google. Hiervoor zijn de profielen van Jesse Bakker en Jesse Bakkum gebruikt. Ondanks hun gedeelde voornaam en locatiegegevens, deelde deze heren verder geen enkele interesse of hobby. Zo konden we beter meten waar de advertenties op de sociale kanalen op toegespitst zijn. Uit de verzamelde data blijkt dat de onderwerpen van advertenties zijn afgestemd op de persoonlijke informatie van de gebruiker (zoals geslacht of leeftijdsgroep) en de gevolgde pagina’s op Facebook en Instagram. Voor nu is het te vroeg om te concluderen dat locatie ook een rol speelt voor de advertenties die de gebruiker ziet.
Verder is er tijdens het project verkend hoe winkeliers en andere partijen in het centrum van Delft consumenten volgen met behulp van wifi tracking en bluetooth beacons. Via een proefopstelling zijn de wifi access points en bluetooth beacons in kaart gebracht. Deze proefopstelling bestaat uit twee onderdelen, namelijk een Bluetooth LE Mapper “RaMBLE” en een meetopstelling die voorzien is van een Raspberry PI met een speciale Wifi antenne. In totaal zijn er 29 bluetooth beacons gedetecteerd en 68 Wifi Access Points gekoppeld aan winkels en horecagelegenheden binnen een oppervlakte van ongeveer 2000 m2.
Daarnaast zijn een aantal partijen geïnterviewd die locatiegegevens verwerken zoals het living lab Stratumseind in Eindhoven. Uit de gesprekken bleek dat er nog niet veel gebruik wordt gemaakt van locatiegegevens van smartphones. Wel gebruiken partijen GSM data van providers om het aantal bezoekers in de stad en hun herkomst te bepalen. City marketing is daarmee de belangrijkste reden om GSM data te gebruiken. In Smart City Dashboards worden wel gegevens uit verschillende bronnen met elkaar gecombineerd ter ondersteuning van beleidsmakers en bestuurders. De verwachting daar is dat gebruik van locatiegegevens binnen 5 jaar een vlucht gaat nemen.
Een deel van deze bevindingen zijn samen met de resultaten uit het onderzoek ‘’Verkenning locatiegegevens en sociale platforms’’ gepresenteerd aan de leden van het GI-beraad. Uit het onderzoek is gebleken dat er veel mogelijk is met de locatiegegevens van mobiele apparaten op het gebied van marketing en crowd management. Naar aanleiding van deze presentatie wil het GI-beraad graag een gezamenlijke verkenning uitvoeren naar de manier waarop de overheid zelf ‘’sociale’’ locatiegegevens gebruikt en wil gebruiken.
Wil je de Jesse’s beter leren kennen of ben je benieuwd naar de proefopstelling uitgevoerd in Delft? Lees dan het volledige verslag.